De locatie van het pand staat voor het eerst op kaarten uit begin 1800, hoewel het huidige woonhuis officieel dateert uit 1955. Het huis staat in de omgeving bekend als “De Lorem” en is volgens de overlevering ontstaan in de tijd dat de postkoets nog over de Postweg van Arnhem naar Utrecht reed. Op deze locatie aan de Postweg bevond zich een illegale kroeg waar de postkoets stopte voor een versnapering. In de Lorem/Lorum zijn betekent: dronken zijn/in beschonken toestand zijn/feestroes. Denk ook aan delirium. Hier kunt u in de Lorem zijn indien u wat te diep in het glaasje kijkt!
Het huidige gastenverblijf heeft vele functies gehad. Wij durven het haast niet te vermelden, maar het is origineel gebouwd als varkensschuur en daarna, ergens eind jaren ’80, verbouwd tot hondenkennel. In 1995 is het woonhuis/grotendeels afgebrand en weer herbouwd, waarna de hondenkennel is omgebouwd tot kantoor. In 1998 hebben wij het woonhuis en kantoor gekocht. Toen de huurders van het kantoor begin 2018 zijn verhuisd hebben wij het gebouw geheel gestript tot de halfsteensmuren en dakpan-platen. Water, gas en elektra zijn geheel nieuw geïnstalleerd en we hebben vloerverwarming aangelegd. Alle kozijnen zijn vervangen door nieuwe, alle binnenmuren zijn opnieuw geplaatst en we hebben een moderne badkamer, toilet en keuken geïnstalleerd. Ook buiten is alles weer geschilderd. Het pand is nu zeer goed geïsoleerd en door middel van 63 zonnepanelen energie neutraal!
Lorem/lorum, betekenis/Etymologie
in de lorem: beneveld, dronken, aan de zwier, in de war, verbijsterd, onverschillig. Volgens de meeste bronnen afgeleid van delirium, waarbij invloed van het woord ‘dol’ niet uitgesloten is. Sommige etymologen denken aan een verkorting van de uitdrukking: in do- lorum zijn (een Nederlandse vertaling van het Latijnse delirium) ‘verdriet, smart hebben’. Al bij Harrebomée hij is in dolorem ‘hij is versuft’. In de lorem werd al opgetekend in 1886 (De Vries en De Tollenaere, ed. 1991). Bij Koster Henke betekend lorum eigenaardig genoeg ook ‘zwendel’.
Het mistte. Daardoor stapte ik mis van de planken op de deklading. Ik was in de lorem. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Eerste Boek, 1964) … of meneer soms een kopje koffie wilde als meneer in de lorum was… (Lennaert Nijgh: Tobia of de Ontdekking van het Masturbariaat, 1971)
‘Nee vandaag,’ zeg ik, ‘je ben zeker weer in de lorum’, want dat wijf zoop als een ketter. (J.A. Deelder: Bep van Klaveren. De Dutch Windmill, 1980) Meid je ligt aardig in de lorem, zien ik. (Albert Mol: Wat zien ik…, 1988)
Volkomen in de lorem betrad ik ’s ochtends de collegezaal … (Oor, 12/12/92)
Bron: www.Ensie.nl
Tarieven
Reserveren
Home